Wat zijn de verschillen?

Ebena, eboniet en bakeliet zijn de grondstoffen voor allerhande (luxe) gebruiksvoorwerpen. Zij zijn geen van alle plastisch (buigzaam), maar wel goed bewerkbaar met een vijl of zaag.


Ebena doos

Ebena
Ebena dateert uit het eind van de 19e eeuw, toen men veel experimenteerde met het vinden van alternatieven voor hout. Zo ondstond in het begin van de 20e eeuw ook per ongeluk het materiaal dat later bakeliet ging heten. Ebena en eboniet scharen zich onder de latere stoffen als bakeliet en philite. Ebena was een mengsel van zaagstof met bloed, dat in hete mallen werd geperst. Eerst werd met locaal hout gewerkt, later met tropisch hout. Het bloed gaf het materiaal een donkerrode kleur en het werd voor inktstellen, aanstekers, dozen en luxe artikelen gebruikt. Ebena werd daarom ook wel een natuurlijke plastic genoemd, bakeliet gebruikt een kunsthars. Naast hout werd ook geëxperimenteerd met andere plantaardige resten als (boom)hars, het latere copal. (Getoonde doos maakt geen deel uit van mijn verzameling)

Eboniet
Eboniet is een gevulkaniseerd rubber, hard en zwart van kleur. Ook wel hardrubber genoemd. Het is ten opzichte van rubber niet buigzaam en het werd onder andere als materiaal voor mondstukken van blaasinstrumenten zoals de saxofoon gebruikt. Ook paste men het toe in bowlingballen, knoppen en kammen.

Eboniet werd net als bakeliet vaak als elektrische en thermische isolator gebruikt. Je vindt het daarom terug bij handvaten voor pannen en aansluitklemmen in elektrische apparatuur.


Klik voor vergroting

Schildpadpop T35

Celluloid
De Amerikaan John Wesley Hyatt ontdekte in 1870 tijdens zijn zoektocht naar nieuwe materialen het celluloid, een chemisch gemodificeerde cellulose. Een kunststof dat voor allerhande toepassingen werd gebruikt, zoals kammen, communiebeursjes en filmdragers. Afhankelijk van de samenstelling kan het licht buigen. Het meest (soms) sprekende voorbeeld is de Schildpadpop. De eerste celluloid Schildpadpop dateert van 1896, de getoonde pop is van rond 1950. Celluloid poppen werden op dezelfde wijze vervaardigd als grote chocolade eieren en Sint-Nicolaas figuren, in blikken mallen. Door dit procedé was het mogelijk dunwandige producten te fabriceren, licht van gewicht maar wel bijzonder breekbaar...

Bakeliet
In tegenstelling tot celluloid wordt bakeliet gegoten/geperst, dat fabricage van producten goedkoper maakt. Bakelieten onderdelen laten zich in snel tempo vervaardigen, recycling is niet mogelijk. Bakeliet kan tegen extreme temperaturen en hoge drukbelasting, is hard en heeft goede elektrisch isolerende eigenschappen. Bakeliet is kwetsbaar wat betreft trek- en buigbelasting. Celluloid is daarentegen licht, buigzaam en bijzonder brandbaar. Menige bioscoopprojector is ten gevolge van deze brandbaarheid in vlammen opgegaan. Bakeliet is een thermoharder, niet vervormbaar en behoudt zelfs na verhitting zijn vorm. Bakeliet is bekend van 75-toeren grammofoonplaten, behuizingen van elektrische apparaten en huishoudelijke toestellen, verpakkingsmateriaal als dozen van bijvoorbeeld boenwas en inktlinten voor typewriters. Als bakeliet langere tijd aan extreme temperaturen van meer dan 300ºC wordt blootgesteld gaat het over tot carbonisatie. Het carboniseren zie je vaak terug bij handvatten van pannen, waarbij het bakeliet onder invloed van hete lucht langs de pan, bros en brokkelig wordt. De chemische verbinding breekt zodoende af en het handvat valt na zeker tijd uit elkaar...