Getoonde broches zijn een voorbeeld van zo'n rouwsieraad. In elke familie werd aan de rouwbeleving een eigen invulling gegeven. Voor heren bestonden speciale rouw-manchetknopen. Onder invloed van de professionalisering van het uitvaart ondernemerschap verdwenen in het midden van de 20e eeuw vele rouwrituelen. De ontkerkelijking hielp daar zeker ook aan mee. |
Het gebruik van rouwjuwelen kent men al vanaf de 16e eeuw. Zij werden uit de erfenis van de overledene betaald om aan familie en vrienden uit te kunnen delen. De meeste van deze juwelen dateren uit het Victoriaanse tijdperk, de periode die de regeringsperiode van de Engelse koningin Victoria (1837~1901) omvat. De term 'Victoriaans' staat voor de stijl en uitvoering van objecten, zoals meubels, serviezen, maar ook gebouwen en het gedachtengoed zoals dat destijds in Engeland geldde. De rouwsieraden werden vaak uit zachte gesteenten gesneden, zoals git. In de periode van de industriële revolutie, toen bakeliet opkwam, werden rouwjuwelen in grote getale geperst. |
Git is een delfstof van organische oorsprong, door verkoling van hout onder hoge druk. Het is op dezelfde wijze ontstaan als steenkool en staat bekend als zwart agaat of zwart barnsteen. Het meest bekende git komt uit het Engelse Whitby. |